
Allergie en atopie bij paarden
Insectenbeetovergevoeligheid (IBH) of 'zoete jeuk' is de meest voorkomende allergische aandoening bij paarden. Het is een seizoensgebonden terugkerende allergische dermatitis veroorzaakt door overgevoeligheid voor het speeksel van bijtende insecten, vooral Culicoides-soorten. Atopie of atopische dermatitis is een huidallergie voor omgevingsstoffen zoals pollen, mijten, huidschilfers en schimmels. Afhankelijk van het specifieke allergeen kan het seizoensgebonden of niet-seizoensgebonden zijn.
Pathogenese
Over het algemeen is de pathogenese van paardenallergie in de veterinaire wereld niet gedetailleerd genoeg bestudeerd om de onderliggende mechanismen te verduidelijken.
Het is echter bekend dat immunologische reacties (IBH of atopie) worden uitgelokt wanneer een allergeenspecifiek IgE-antilichaam op een mestcel bindt aan een antigeen. Er komen ontstekingsmediatoren en cytokinen vrij, die allergiesymptomen veroorzaken. I
BH en atopie zijn beide IgE-gemedieerde reacties (onmiddellijk type I), maar type IV overgevoeligheidsreacties (vertraagde T-cel-gemedieerde reacties) kunnen er ook bij betrokken zijn.
Prevalentie, begin en aanleg
Omdat culicoïdes en andere insecten niet in elke regio voorkomen, varieert de prevalentie van paarden met IBH van nul tot 71%. De prevalentie van paarden met atopie is onbekend.
De gemiddelde leeftijd waarop IBH en atopie optreden varieert van 1 jaar tot 6 jaar. Erfelijke aanleg kan een belangrijke rol spelen bij beide aandoeningen. IBH kan bij elk ras voorkomen, maar Welsh, Shetland en Connemara pony's, en Friese, Duitse Shire, Arabische, Quarter en geïmporteerde IJslandse paarden lijken er vaker last van te hebben.
Rassen die vatbaar zijn voor atopie zijn Volbloeden, Quarter paarden, Warmbloedpaarden, Arabieren en Morgans. Reuen hebben bijna twee keer zoveel kans op atopie als merries.
Klinische symptomen
De klinische symptomen van IBH en atopie kunnen elkaar overlappen, met pruritus als primair symptoom.
Sommige paarden hebben beide aandoeningen tegelijk.
Diagnose
Op dit moment is de definitieve diagnose van IBH en atopie gebaseerd op de voorgeschiedenis (seizoensgebondenheid, herhaling en reactie op insectenbestrijding), lichamelijk onderzoek en uitsluiting van andere pruritische huidaandoeningen zoals ectoparasieten, bacteriële, gist- of schimmelinfecties, voedsel- en contactallergie.
Belangrijkste feiten over IBH en atopie
- Overgevoeligheid voor insectenbeten en atopie zijn de meest voorkomende allergieën bij paarden.
- Pruritus is aanwezig en kan leiden tot ernstige en terugkerende infecties.
- Het identificeren van de verantwoordelijke allergenen is cruciaal, net als het gebruik van een hoogwaardige, specifieke en gevoelige IgE-serumtest.
- Vereist levenslange behandeling en de aanbevolen behandeling is immunotherapie.
- Artuvetrin® Therapy is de enige toegelaten immunotherapie in Europa en is het aanbevolen product voor paarden in overeenstemming met de Europese geneesmiddelenwetgeving (Richtlijn 2004/28/EG).